
De kerstballen liggen weer op zolder. De kerstkransjes en de oliebollenmix hebben in de supermarkten al plaatsgemaakt voor paaseieren en de schuimkransjes. Maar voor we ons tegoed doen aan al die lekkernijen dient zich een vrij nieuwe feestdag aan: Valentijnsdag! Waar komt dit eigenlijk vandaag? Er doen diverse legendes de ronde op internet.
Zoals deze.
In het Romeinse Rijk van de derde eeuw na Christus zwaaide keizer Claudius II de scepter. Hij stond toen achter de keizerlijke wet dat soldaten uit het leger niet mochten trouwen. Deze ongehuwde soldaten zouden eerder bereid zijn te sterven voor hun keizer dan de gehuwde soldaten. De christelijke priester Sint Valentijn lapte deze wet aan zijn laars. Hij vond dat liefde boven alles ging en heeft vanuit zijn kerkelijke positie veel soldaten in de echt verbonden met hun geliefde. Toen Claudius II daarachter kwam was hij not amused. Sint Valentijn werd gestraft met de doodstraf op 14 februari 270. Het romantische verhaal wil dat Valentijn kort voor zijn dood een briefje schreef aan de slechtziende dochter van de cipier. Daarop stond: “van je Valentijn”. Toen zij dit kreeg, kreeg zij haar zicht weer terug.
Zo is Sint Valentijn op die dag gestorven als martelaar voor de liefde. Op Valentijnsdag.|
Aldus de overleveringen.
Wat de aanleiding ook was, Valentijnsdag is tegenwoordig een gegeven – als je naar de uitgestalde waar kijkt in de winkels. Rode chocoladeharten, truien bedrukt met rode lippen, Valentijnstaartjes, rode rozen… aan alles wordt gedacht.
Maar waar gaat het eigenlijk echt om?
Bij Valentijnsdag gaan mijn gedachten terug naar 1996. Op Valentijnsdag van dat jaar werd een schoolvriendinnetje van mij op 27-jarige leeftijd begraven. En zo’n dag blijft je altijd bij. We waren elkaar allang uit het oog verloren. Onze levens waren toen niet meer met elkaar vervlochten. Al tien jaar niet meer. Maar onze band in de puberjaren was goed geweest.